Digitale systemen

“Ik kan digitale systemen gebruiken, bestanden beheren, bekende programma’s herkennen en los problemen op.”

Bij het onderdeel digitale systemen gaat het er om dat leerlingen leren om systemen te gebruiken. Het is het ‘eigen technische vaardigheid’ stuk van de digitale geletterdheid. 

In de leerlijnen is dit onderverdeeld in ‘Werking hardware‘, ‘Praktisch handelen‘, ‘Keuze software‘ ‘Softwarevaardigheden‘, ‘Bestandsbeheer‘ en ‘Probleemoplossing‘. 

Je leerlingen gaan bijvoorbeeld leren lettertypes aan te passen, maar ook bestanden opslaan in een Cloudomgeving en samenwerken in het zelfde bestand door het te delen met klasgenoten. Daarnaast leren ze welke onderdelen er in een netwerk zitten. Wat is een Modem, wat is een accesspoint, en hoe kan het bijvoorbeeld dat de Wi-Fi het soms wel doet, maar het internet niet.

Wanneer ze dit soort dingen begrijpen, kunnen ze ook doelgerichter (kleine) problemen met de computer zelf oplossen waardoor ze een heel stuk zelfredzamer worden!