Over deze module

In deze module bespreek je het fenomeen ‘Internettrol’. Wat is een trol en wat beweegt hem/haar om te trollen? 

Benodigdheden

Digibord met Digibordtool

Kleurenkaartjes per leerling

Lesverloop

Introductie:

Stel de vraag: Wat is een trol? Vermoedelijk komen de leerlingen met wezens uit sprookjes, maar in een enkele klas zal ook de internet trol genoemd worden. Kunnen ze dan ook omschrijven wat een (internet) trol is?

Kern:

Laat het eerste filmpje van de Digibordtool zien. Daarin wordt uitgelegd wat een internet trol is, waar de term vandaan komt en hoe je het beste met een trol om kunt gaan. Belangrijk hierin is dat een trol geen persoonlijk oogpunt naar zijn slachtoffer heeft. het gaat de trol er om dat er reactie komt, hoe meer hoe beter. OF nou nou bijval voor het slachtoffer is of dat men met de trol mee gaat praten maakt niet uit. Het liefst heeft een Trol dat beide gebeurt, want dan gaat men vaak ook weer op elkáár reageren en barst de discussie helemáál los. 

Hierin zit ook het verschil met een internet pester. Bespreek dit met de leerlingen.

  • Een pester pest iemand om zelf binnen de groep een hogere sociale status te krijgen. ‘Kijk wat ik durf’, in de hoop dat anderen je stoer vinden. 
  • Een internet trol krijgt door zijn negiatieve sociale potentie energie van het lijden en de chaos in het algemeen, onafhankelijk van wíe er lijdt. 

Het is daarom belangrijk (en tevens de moeilijkheid voor leerlingen) te herkennen wat de drijfveer achter het vervelende gedrag is. Is het pestgedrag, dan helpt het om je daar tegen af te zetten (eventueel met behulp van een ouder of leerkracht). Is het trollengedrag, dan moet je dat JUIST NIET doen en kun je het het beste negeren. 

Begeleide inoefening:

Geef de leerlingen allemaal 2 kleuren kaartjes (of gebruik hiervoor iets dat al gebruikelijk is in de klas). Vertel dat je 4 situaties voor gaat lezen. Na elke situatie stel ze de vraag of het om een trol of een pester gaat en moeten de leerlingen de corresponderende kleur omhoog houden. Wanneer je merkt dat de leerlingen dit teveel van elkaar kopieeren, kan het eventueel met de ogen dicht. 

Laat na elke situatie een leerling die het goed had ook uitleggen waar hij/zij het aan herkend had dat het om een trol of een pester ging. 

De situaties:

  1. Annet is niet zo populair bij de andere meiden in de klas. Op een dag heeft ze een nieuwe zelf gebreide trui aan die ze dat weekend van haar oma heeft gekregen. De andere meiden vinden dat maar stom en die middag verschijnt er een foto op de groepsapp van Annet in haar nieuwe trui met de tekst #fashion don’t. (pester)
  2. Vincent heeft een drone en maakt daar filmpjes mee voor op zijn youtube kanaal. Zijn abonnees zijn vooral familieleden en een aantal klasgenoten. Onder zijn nieuwste filmpje, waarin hij een kleurrijk tulpenveld filmt, wordt gepost: “Lekker respectvol, met je drone over een begraafplaats vliegen.” (Trol)
  3. Peter is nieuw in de klas. Hij kent nog lang niet iedereen goed, maar hij heeft al een paar vrienden gemaakt. Op de 3 dag staat er onder een Insta post ineens ‘Loser’ vanuit een account dat hij niet kent. (Pester)
  4. Suzan is heel actief op Tiktok. Ze doet alle nieuwe dansjes, soms ook met vriendinnen. Onder haar laatste video werd de commmetn geplaatst: “Stonden jullie onder stroom toen jullie dit opnamen?” (Trol)

Afsluiting:

Sluit er mee af dat er een trol in ons allemaal schuilt. Iedereen heeft wel eens in de situatie gezeten dat het leuk was om er ergens een reactie op te krijgen. Denk maar aan een kat die op schoot ligt met een uitstekend haartje op zijn oor. Als je aan dat haartje kriebelt, flappert de kat met zijn oor. Dus wat doe je? Precies, je kriebelt nog een keer! en misschien daarna nóg wel een paar keer. Niet omdat je die kat onaardig vindt, maar gewoon omdat het leuk is om een reactie te krijgen. 


Dat is niet meteen heel erg, maar ook een trol is ooit zo begonnen. Gelukkig kunnen wij nu we dit weten goed nadenken over ons eigen gedrag en op tijd ook weer stoppen.