Over deze module

In deze module wordt uitgelegd dat er verschillende vormen van communicatie zijn. Communicatie bestaat uit meer dan alleen woorden. En dat maakt het nou soms net zo lastig om online een boodschap goed over te brengen. 

Benodigdheden

Digibord met Digibordtool

Lijst met emoji’s 

Elke leerling pen en papier. 

 

Lesverloop

Introductie:

Laat de leelingen de eerste video zien op de Digibordtool

Kern:

Vertel dat er veel verschillende manieren zijn om een boodschap over te brengen. Woorden, intonatie, houding, afstand tot elkaar, gezichtsuitdrukking… Alles telt mee in hoe een boodschap overkomt. Laat de eerste video op de digibordtool nog een keer zien. Herkennen de leerlingen de verschillende vormen van communicatie? Pauzeer de video eventueel wanneer je een duidelijk voorbeeld ziet. 

De meest bekende (alternatieve) vorm van communicatie is misschien wel gebarentaal. Daarover gaat ook het tweede filmpje van de Digibordtool

 

Begeleide inoefening:

Laat nu een voor een de geluidsfragmenten van de Digibordtool horen. Begin daarin bij het meest linker fragment (neutraal). In alle fragmenten wordt dezelfde zin gezegd, maar telkens op een andere toon waardoor de boodschap die er in zit verandert. Kunnen de leerlingen bij de fragmenten een situatie noemen waarin hun ouders de zin zo zouden uitspreken? Zijn hierin ook verschillende interpretaties? Zo ja, dat komt dat waarschijnlijk omdat ook hier een deel an de communicatie mist. Je ziet immers niet de gezichtsuitdrukking of de huiding van degene die het zegt. 

Als je deze zin opschrijft krijg je alleen: “Heb je je huiswerk al gedaan?”, maar de bedoeling áchter de zin kun je met alleen geschreven of getypte woorden nóóit duidelijk maken. 

Om dat een béétje te compenseren zijn Emoji’s bedacht. Hierover gaat het derde filmpje van de Digibordtool

 

Laat de leerlingen nu in 1 of 2 zinnen (op een papiertje) een berichtje schrijven over wat ze gisteren gegeten hebben. In de tekst van het berichtje móet staan dat ze het lekker vonden. Als ze het eigenlijk enórm lekker vonden of juist heel erg vies, dan moet dat door de emoji’s die ze gebruiken duidelijk worden. Neem de berichtjes in en verdeel ze weer over de klas zodat iedereen een berichtje van een ander krijgt. Na nu een voor een de kinderen bij langs. Vraag van wie ze een berichtje hebben, wat die gegeten heeft en wat hij/zij er écht van vond. 

 

Afsluiting:

Goed communiceren is best lastig. Een boodschap kan altijd anders begrepen worden dan dat je bedoeld had. Hoe meer vormen van communicatiueje tegelijk kunt gebruiken, hoe beter je te begrijpen bent. Denk bij online communicatie dus goed na over hoe de ander jouw bericht zou kunnen lezen. 

En somige mensen maken het zichtzelf wel heel erg moeilijk. Dat kun je zien in het laatste filmpje van de Digibordtool